Het Dicasterie voor de Geloofsleer legt de laatste hand aan een nieuw document over het onderscheiden van bovennatuurlijke verschijnselen.
Kardinaal Victor Fernández, prefect van het dicasterie, vertelde dinsdag aan het Amerikaanse nieuwskanaal National Catholic Register dat hij en zijn staf 'bezig zijn met het finaliseren van een nieuwe tekst met duidelijke richtlijnen en normen voor het onderscheiden van verschijningen en andere verschijnselen'.
Het is van 1978 geleden dat het dicasterie nog een tekst wijdde aan verschijningen. Een andere Vaticaanse dienst, de toenmalige Congregatie voor de Goddelijke Eredienst en de Discipline van de Sacramenten, publiceerde in 2001 wel nog een gids over volksvroomheid.
Vorige maand maakte het Dicasterie voor de Geloofsleer een 'lang verborgen' decreet uit 1951 openbaar. Daarin wordt een vermeende verschijning van Maria in Lipa op de Filipijnen beoordeeld als niet-bovennatuurlijk.
In april 2023 richtte het Vaticaan een speciaal observatorium op om Mariaverschijningen te onderzoeken. Ook huilende of bloedende Mariabeelden vallen onder de verantwoordelijkheid van de commissie.
Zo was er in maart van dit jaar in het Duitse bisdom Dresden nog een bloedende Madonna met Kind. Na onderzoek verklaarde het bisdom dat de rode substantie die uit de hoofden leek te vloeien, te wijten zou zijn aan mijten. Een natuurverschijnsel dus en geen bovennatuurlijk fenomeen.